Staat de Duitse locomotief 2.0 op de rails?

5 min

De bbp-cijfers van het derde kwartaal bevestigen dat de Duitse economie zwak blijft. Ondanks de inspanningen van bondskanselier Friedrich Merz laat de economische opleving op zich wachten. Bedrijfsleiders beginnen ongeduldig te worden.

Staat de Duitse locomotief 2.0 op de rails? Die vraag rijst na de bekendmaking van tegenvallende resultaten in de Duitse autosector: enorme verliezen bij Porsche gevolgd door een stevige herziening en een al even sombere balans voor de hele VW-groep, die voor het eerst verlies lijdt sinds de donkere covidperiode. Nochtans had de nieuwe bondskanselier bij het begin van zijn mandaat de stier bij de hoorns gevat en heel Europa hoop gegeven.

Twijfels en woede van bedrijfsleiders

Wat is er aan de hand? Er was nochtans optimisme aan het begin van het jaar. Alles wees erop dat Duitsland uit de langste periode van economische stagnatie sinds de Tweede Wereldoorlog zou komen. Friedrich Merz had immers beloofd om de grootste economie van Europa weer op de rails te krijgen door de fameuze “schuldenrem” in de grondwet aan te passen. Dat zou de regering in staat moeten stellen een fonds van 500 miljard euro op te richten om de infrastructuur te heropbouwen en de defensie-uitgaven te verhogen. Enkele maanden later sloeg de twijfel echter toe en begint het gemor van de bedrijfsleiders steeds luider te klinken.

De bbp-cijfers van het derde kwartaal bevestigen dat de Duitse economie zwak blijft. Na een daling in de voorbije twee jaar verwacht het IMF dit jaar wel een groei van 0,2%, de traagste rente onder de grote ontwikkelde economieën. De werkloosheid is sinds januari licht gestegen tot bijna 3 miljoen werkzoekenden, het hoogste peil in 14 jaar. De industriële productie daalde fors in augustus. Een grafiek die in de Financial Times verscheen, trok onze aandacht. We zien daarop dat de Duitse industriële productie tot onder het niveau van 2006 is gedaald! Er is dus reden tot bezorgdheid.

Urgentie en beloftes van relance

De bedrijfsleiders worden intussen ongeduldig en twijfelen steeds meer aan het succes van de strategie van de bondskanselier, althans op korte termijn. De loutere belofte van een economisch herstel ondersteunde weliswaar de Duitse aandelenmarkt en verhoogde de groeiverwachtingen op middellange termijn, zelfs terwijl de wereldwijde economische omstandigheden verslechterden. Maar hoewel sommige projecten op papier klaar zijn, is het wel duidelijk dat het tijd zal kosten om alles te implementeren. Er heerst trouwens enige scepsis over het vermogen van de staat om snel geld in te zetten voor projecten ter verbetering van de productiviteit.

Laatste bolwerk tegen extreemrechts

Bedrijven vrezen ook dat de geschillen binnen de coalitie het programma van structurele hervormingen zullen aantasten. Iedereen weet dat Duitsland verzwakt is sinds de Russische invasie van Oekraïne. Die luidde immers het einde in van het tijdperk van goedkope energie voor de Duitse industrieën. Die worden tegelijkertijd geconfronteerd met de opstoot van Chinese producten, afgeleid van de VS door de importtarieven die Donald Trump China oplegt.     

De kanselier zelf geeft ten slotte toe dat zijn regering de laatste kans is voor het centrum om de opkomst van extreemrechts te stoppen. Europa heeft een sterk en groeiend Duitsland nodig, maar de uitdagingen zijn enorm en de tijd dringt. De locomotief moet op de rails blijven!