De economische prognoses voor de eurozone blijven verdeeld

5 min

Na de recente aankondiging van het handelsakkoord tussen de VS en de EU blijft de korte-termijnprognose voor de groei van de eurozone onzeker. Professionele economen, wiens voorspellingen tegen het einde van het jaar doorgaans convergeren, blijven het oneens over de groei van de eurozone dit jaar. Het tijdperk van de eenvormige bbp-prognose lijkt daarmee voorlopig voorbij. Tijd voor een meer scenario-gebaseerde aanpak.

Historisch gezien hebben groeiprognoses voor het lopende jaar de neiging om te convergeren naarmate het jaar vordert. Dat is een kenmerk, geen bug: latere nationale rekeningen bevestigen de daadwerkelijke bbp-kwartaalgroei gedurende een bepaald jaar. Daardoor blijven er minder datapunten over waarover forecasters het oneens kunnen zijn, wat wiskundig een convergentie van hun prognoses voor het hele jaar afdwingt.

Maar 2025 is anders.

Convergentie gebeurt uiteindelijk altijd

Om die onenigheid beter te begrijpen, hebben we een uitgebreide set van professionele voorspellingen (met dank aan Focus-Economics) geanalyseerd. Deze gegevens omvatten individuele bbp-prognoses van meer dan 130 financiële instellingen, denktanks en andere internationale organisaties. De dataset begint in oktober 2010 en loopt tot de recentste editie (augustus) van de maandelijkse consensuspublicatie van Focus-Economics.

Voor elke publicatie berekenden we vervolgens het gemiddeld absoluut gepaard prognoseverschil als een maatstaf om de onenigheid tussen forecasters te meten. Laten we deze aanpak eens illustreren met een voorbeeld: economen Adam, Branko en Claudia doen voorspellingen voor de groei in het lopende jaar. Dat doen ze bij de start van het jaar en opnieuw in mei, na de publicatie van de eerste bbp-kwartaalgroeiramingen.

Adam (1,2%) en Branko (1,1%) beginnen het jaar met een vrijwel gelijke prognose. Claudia heeft een hoger groeicijfer in gedachten. Kolom AB toont het absolute verschil in de voorspellingen van Adam en Branko, wat in januari lager is dan dat tussen hen en Claudia. Het resultaat is een gemiddeld absoluut gepaard verschil van 0,3%.

Na de publicatie van enkele voorlopige Q1-groeicijfers bevestigen Adam en Branko hun prognoses. Claudia past haar verwachtingen echter aan. Daardoor neemt de onenigheid in de kolommen AC en BC af, wat uiteindelijk resulteert in een lagere gemiddelde onenigheid in de laatste kolom.

Dit voorbeeld illustreert duidelijk dat de onenigheid in voorspellingen gedurende het jaar zou moeten afnemen. En de data ondersteunen deze conclusie. Voor de bbp-groei in de eurozone neemt de onenigheid over de prognoses doorgaans af van ongeveer 0,3% aan het begin van het jaar tot 0,1% op het einde*.

Maar niet in 2025.

Tijden veranderen

De onderstaande grafiek illustreert de gemiddelde onenigheid tijdens de pre-covidperiode in onze dataset (2013-2019). Het grijze gebied toont het interkwartielbereik voor deze jaren, wat de trend van convergente prognoses verder versterkt, vooral vanaf de tweede helft van het jaar.

De groene lijn voor 2025 valt duidelijk op. Een daling in Q1 wordt gevolgd door een toename van de onenigheid in april. De tariefaankondiging van Trump in die maand dwong ongetwijfeld veel forecasters om hun verwachtingen te herzien. Vanaf dan bleef de onenigheid groot - momenteel ongeveer twee keer zo groot als in de referentieperiode.

Wat betekent dit nu voor de Europese economie?

Sterke en aanhoudende onenigheid over de vraag of en met hoeveel de economie zal groeien, belemmert de consensus die beleidsmakers, bedrijfsleiders en gezinnen informeert over belangrijke beleggingen en andere beslissingen die ze nemen.

Uiteindelijk zal de onenigheid over de groei in 2025 afnemen naarmate de cijfers voor Q3 en Q4 worden bekendgemaakt. We zien echter nu al aanzienlijke onenigheid over de groeivooruitzichten voor 2026. Het tijdperk van de eenvormige, brede bbp-prognose lijkt dus voorbij. Voorlopig toch.

Scenariodenken

Een mogelijke oplossing is het uitgebreider gebruik van scenariodenken.

Recent onderzoek toont aan dat zo’n aanpak organisaties kan helpen om toekomstige onzekerheden beter te begrijpen. Na onderzoek van 133 Franse bedrijven uit de gezondheidssector kwamen de auteurs tot de conclusie dat scenarioplanning de paraatheid en, misschien verrassend genoeg, ook het risicogedrag vergroot. Volgens hen geeft het gevoel de toekomst en haar onzekerheden beter te begrijpen organisaties het vertrouwen om zich voor te bereiden op wat er op hen afkomt.

* Doorgaans worden op het einde van het jaar de definitieve bbp-groeicijfers voor de eerste drie kwartalen gepubliceerd, waardoor alleen de vooruitzichten voor het vierde kwartaal onzeker blijven. Bovendien hebben we de pandemieperiode (2020-2023) uitgesloten omdat de impact van plotse lockdowns aanzienlijke, maar vaak tijdelijke pieken in de onenigheid veroorzaakte.