Lonen verrassen in Europa

2 min

De Europese Centrale Bank (ECB) voerde al 3 renteverlagingen door en de markten zijn benieuwd wat daarna gaat komen. Maar de publicatie van de cijfers over de loonontwikkeling in het derde kwartaal gooit roet in het eten. Wat mogen we verwachten?

De index van de ‘onderhandelde lonen', de maatstaf van de ECB voor loonstijgingen, is gebaseerd op collectieve overeenkomsten die werden afgesloten na onderhandelingen tussen werkgevers en werknemersorganisaties. Het is een toekomstgerichte maatstaf die de loonstijgingen weerspiegelt die binnenkort worden doorgevoerd. De ‘onderhandelde lonen’ hebben betrekking op ongeveer twee derde van de economie van de eurozone. Ze houden geen rekening met bonussen, overuren en andere individuele beloningen die niet gekoppeld zijn aan de collectieve onderhandelingen.

Verrassing in het derde kwartaal

De cijfers voor het derde kwartaal kwamen als een verrassing: de ‘onderhandelde lonen’ stegen op jaarbasis met 5,4%. Dat is een aanzienlijke stijging ten opzichte van het tweede kwartaal en vroeger. De ECB herhaalde de voorbije zomer dat de opvolging van de lonen een essentieel gegeven is in de analyse van de inflatievooruitzichten. Vooral dan de dienstencomponent die hoger blijft dan gewenst voor de monetaire beleidsvoering. De ECB wees er ook nogmaals op dat de vooruitzichten voor verdere desinflatie gebaseerd waren op een verwachte gematigde loongroei. Maar dat blijkt duidelijk niet het geval te zijn.

Loonstijgingen zijn uiteraard goed nieuws voor de gezinnen en een uitstekende manier om de vraag te stimuleren, wat dan weer tot extra groei leidt. Maar de ECB vreest dat de sterke loonstijgingen bijkomende brandstof zullen geven om de inflatie hoog te houden, vooral in de dienstensector. Daar zijn de lonen een belangrijke kostencomponent en bedrijven zouden die via prijsstijgingen kunnen trachten door te rekenen. En dat zou dan tot een hogere inflatie leiden.

Te hoge inflatie in de dienstensector

De inflatie in de dienstensector blijft in de eurozone hardnekkig hoog, ondanks de enorme daling van de energieprijzen en de prijsdaling van heel wat goederen. De inflatie in de dienstensector bedroeg in oktober 4% op jaarbasis. Dat is aanzienlijk lager dan in voorgaande maanden, maar nog altijd hoger dan de inflatiedoelstelling van 2% van de ECB.

De inflatie in de dienstensector begon in 2022 te stijgen en bereikte medio 2023 5,6%. Daarna vertraagde ze enigszins maar daalde nooit onder 4%. Dat is toch nog meer dan het dubbele van de jaarlijkse gemiddelde stijgingen in de voorbije 10 jaar. Tegelijk is de kerninflatie – dat is de inflatie exclusief voedsel, energie, tabak en alcohol – sinds april op jaarbasis met ongeveer 2,7% gestegen. Een stuk gematigder dus en in lijn met de verwachtingen van de ECB.

Welk compromis?

De stijging van de onderhandelde lonen zal zich de komende maanden en volgend jaar vertalen in sterke reële loonstijgingen. Dat zal de al hardnekkige inflatie in de dienstensector verder aanwakkeren. De gouverneurs van de ECB zullen hun handen vol hebben om in zulke omstandigheden voor de eurozone het juiste ritme voor verdere renteverlagingen te vinden. De financiële markten kijken met grote belangstelling toe, want er staat enorm veel op het spel.