Algemeen duurzaamheidsbeleid
Dit compartiment promoot ecologische en/of sociale kenmerken door speciale aandacht te besteden aan ecologische, maatschappelijke en bestuurlijke kwesties.
De beheerder selecteert uit een groot universum van ICB’s die fondsen die hem in staat zullen stellen de strategische beslissingen ten uitvoer te brengen bij de samenstelling van de portefeuille. Maar niet alle fondsen komen in aanmerking …
Minstens 60% van de onderliggende fondsen moet het ‘Towards Sustainability’-label voor duurzame financiële producten hebben gekregen of zich ertoe verbinden het binnen de zes maanden na opname in de portefeuille te verkrijgen. Als die termijn niet wordt nageleefd of als een fonds in de portefeuille het duurzaamheidslabel verliest, kan het fonds zonder label worden behouden op voorwaarde dat het in de portefeuille blijft binnen de andere hieronder vermelde limieten.
Maximaal 25% van de activa kan worden belegd in ICB’s die uitsluitend beleggen in staatsobligaties uitgegeven door economieën die als ‘high-income’ worden beschouwd volgens de criteria van de Quality Standard* van het ‘Towards Sustainability’-label en die het label niet hebben verkregen of niet voldoen aan de transparantievereisten van de artikelen 8 en 9 van de SFDR (Sustainable Finance Disclosure Regulation).
De resterende onderliggende ICB’s (maximaal 40% van het deel van zijn vermogen dat belegd is in fondsen) zijn:
- Ofwel fondsen die voldoen aan de transparantievereisten van artikel 8 van de SFDR-verordening, rekening houdend met de belangrijkste ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren
- Ofwel fondsen die voldoen aan de transparantievereisten van artikel 9 van de SFDR-verordening
* Meer informatie over die criteria vindt u op de website van het label, in het document ‘Towards Sustainability Initiative’ (in de rubriek 2.1 (a, b en c)).
Wanneer een fonds het Towards Sustainability-label krijgt, impliceert dit dat de beheerder ervan zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid neemt door bij beleggingsbeslissingen bijzondere aandacht te besteden aan ecologische, maatschappelijke en bestuurlijke kwesties. In de praktijk gebeurt dit door de volgende drie strategieën toe te passen:
- de integratie van citeria met betrekking tot ecologie, samenleving en goed bestuur, de zogenaamde ESG-criteria in verband met:
- ecologie: vervuilende uitstoot onder controle houden, afvalbeheer, energie-efficiëntie, …
- samenleving: respect voor diversiteit, opleiding van het personeel, ongelukkenpreventie, ...
- goed bestuur: transparantie van de rekeningen, corruptiebestrijding, onafhankelijkheid van de raad van bestuur, ...
- het gebruik van een normatieve screening op basis van internationale normen, zoals de principes van het Global Compact van de Verenigde Naties.
- de toepassing van uitsluitingslijsten om ondernemingen te weren die betrokken zijn bij schadelijke of controversiële activiteiten zoals tabak, steenkool, wapens, niet-conventionele winning van petroleum en gas, ...
Bovenop deze strategieën moet minstens één duurzame strategie worden toegepast zoals, een hogere ESG-score dan die van het beleggingsuniversum, een ‘Best in Class’- benadering die de voorkeur geeft aan ondernemingen met de beste ESG-scores binnen hun sector, een duurzaam beleggingsthema, zoals water, klimaatverandering of menselijk kapitaal, of een solidaire belegging die financiële steun biedt aan een goed doel of een milieuproject.
Bij de beslissing om in dit Global compartiment te beleggen moet u rekening houden met alle kenmerken en doelstellingen zoals die beschreven staan in het Prospectus en het Essentiële-informatiedocument.