- 24/9/2024
Duitsland is sinds enkele jaren opnieuw veranderd van de mooie zwaan van het voorbije decennium in de lelijke eend van de jaren 90 en begin 2000. De hervormingen van Gerhard Schröder in 2003 leidden die heropleving in. De neergang volgt op de te grote publieke besparingsdrang van de voorbije tien jaar en de te grote afhankelijkheid van het buitenland.
Chief Economist
In het tweede kwartaal kromp de Duitse economie met 0,1 procent in vergelijking met de eerste drie maanden van het jaar. De daling eind augustus van de invloedrijke IFO-indicator geeft aan dat er geen beterschap op komst is. Duitsland zit al vier jaar in een stagnatieperiode. De redenen zijn divers. “Duitsland besteedde zijn veiligheid uit aan de VS, zijn exportbehoeften aan China en zijn energiebehoeften aan Rusland”, stelde Constanze Stelzenmüller van het Brookings Institute in een toespraak. Met de Russische invasie in Oekraïne kwamen die afhankelijkheden bovendrijven. Energieonafhankelijkheid is sinds de invasie een van de belangrijkste prioriteiten van Europa geworden. Maar de Duitse overheid blijft talmen met haar energiehervorming. Door die onzekerheid blijven bedrijfsinvesteringen in Duitsland uit.
De afhankelijkheid van China voor de export breekt Duitsland zuur op nu China zelf elektrische wagens naar Europa stuurt. Volkswagen is het grootste slachtoffer. Het water staat de autoconstructeur duidelijk aan de lippen. VW overweegt zelfs fabrieken in Duitsland te sluiten, wat botst met zijn belofte van werkzekerheid tot 2029 tegenover de machtige ondernemingsraad. De symbiose van weleer waarbij Duitsland – en Europa – technologie exporteerden in ruil voor een grote afzetmarkt gaat niet langer op.
Duitse autobedrijven blijven ondertussen wel investeren in China. Door in het land zelf grote autofabrieken op te zetten, hopen ze hun wagens daar toch te kunnen blijven slijten. Een strategie die niet zonder risico is. Duitse merken zijn nog altijd aan een inhaalslag bezig om elektrische auto’s op een competitieve manier te produceren. Concurreren met de ‘best in class’ in elektrische wagens wordt dan ook niet evident. En daar komen de oplopende geopolitieke spanningen tussen China en Europa nog bij.
De Duitse export is de voorbije jaren meer naar de VS verschoven, ook al door de zwakke Chinese groei. Maar dat maakt het land kwetsbaar voor potentiële invoerheffingen waarmee presidentskandidaat Donald Trump dreigt. Op dat moment zal ook een groter deel van het budget naar defensie moeten gaan. Gaat Duitsland dan nog minder investeren in zijn eigen economie?
Die beperkte investering in de eigen economie is een door de Duitsers zelf aangebrachte wonde. Na de wereldwijde financiële crisis van 2007-2008 werd de ‘schwarze Null’ in de Duitse grondwet verankerd. Die zette vanaf 2016 het maximale begrotingstekort op 0,35 procent van het bbp. Dat beperkt evenwel de mogelijkheid om het beleid te stimuleren tijdens crisissen. Daar werd de voorbije covidcrisis handig omheen gefietst, maar dat leidt vandaag tot dubbele besparingen. Nog belangrijker is dat het de laatste tiental jaar gezorgd heeft voor veel te weinig investeringen in infrastructuur, onderwijs en andere belangrijke sectoren. Grote treinvertragingen en slechte internetconnecties legden dat tijdens de recente Europese voetbalkampioenschappen pijnlijk bloot.
De sterke stijging van de rentevoeten is ook ongemeen hard aangekomen in de Duitse huizenmarkt en bouwsector. Een mix van hogere hypotheekrentevoeten – de gemiddelde looptijd van hypotheekleningen in Duitsland is met 10 à 15 jaar een stuk korter dan in België – en een forse koopkrachtdaling heeft het aantal bouwaanvragen en de bouwactiviteit fors onderuitgehaald. Daarnaast blijft de reële consumptie van ‘Otto Normal’ nog steeds een stuk onder die van 2019, net voor de coronacrisis. De Duitse consument is meer dan welke Europeaan gevoelig voor inflatie.
Die laatste pijnpunten zijn cyclisch. En een stijging van het reële inkomen door het wegebben van de inflatie en loonsverhogingen in combinatie met dalende rentevoeten zullen al heel wat soelaas bieden. De aanpak van de te grote besparingsdrang en afhankelijkheden, de structurele problemen, vergt andere katalysatoren. Duitsland – net zoals de Europese Unie – heeft altijd een crisis nodig om van politieke koers te veranderen. Een terugkeer van Donald Trump in het Witte Huis zou zo’n wake-upcall zijn. De druk om de defensie-uitgaven nog sneller op te krikken in combinatie met de noodzaak van meer binnenlandse consumptie en investeringen maken de ‘schwarze Null’ onhoudbaar. Mogelijk stemt Duitsland dan zelfs in met een nieuw gezamenlijk Europees investeringsvehikel, gelijkaardig aan het NextGenerationEU-fonds. Een hervorming van Duitsland, de grote lelijke eend van Europa, neemt zo heel de EU op sleeptouw. En daar is iedereen bij gebaat.