- 26/9/2024

Nederlandse economie veert op in tweede kwartaal

De Nederlandse economie kon in het tweede kwartaal een recessie vermijden. Dat is te danken aan een veel kleinere daling van de export op jaarbasis en solide overheidsuitgaven, wat een belofte was van de nieuwe regering. De inflatie valt echter hoger uit dan verwacht. En dat moet in de toekomst in de gaten worden gehouden omdat het een rem kan zetten op de particuliere consumptie. We zien dat in verschillende landen. Ook daar worden consumenten kieskeuriger. De vooruitzichten blijven desondanks goed, maar de investeringen moeten verder herstellen om de aanhoudende arbeidstekorten te compenseren.

Geschreven door

Sylviane Delcuve

Senior Economist

De Nederlandse groei werd in het eerste kwartaal scherp naar beneden bijgesteld tot -0,3% op kwartaalbasis en -0,7% op jaarbasis. Dat is het gevolg van een aanzienlijke neerwaartse herziening van de exportvolumes van goederen, een weerspiegeling van de slechte internationale context waarin de economie opereert. Duitsland is een belangrijke handelspartner en het minste wat we kunnen zeggen is dat het land momenteel in grote problemen verkeert. De herziening van de bbp-groei in het eerste kwartaal leidde tot een verlaging van de verwachtingen voor heel 2024, van +0,8% naar 0,6%. Ook al is het algemene economische plaatje niet verslechterd. Voor 2025 wordt nog steeds een groei van bijna 1,3% verwacht.

Het tweede kwartaal bleek veel beter dan het eerste. Dat was te danken aan een betere export en dynamische overheidsbestedingen, een belofte van de nieuwe regering. Op kwartaalbasis groeide het bbp met 1%, wat zich vertaalt in een groei van 0,6% op jaarbasis, terug in lijn met de groei in de eurozone. De particuliere consumptie was de afgelopen kwartalen een ondersteunende factor, vooral omdat de lonen sterk stegen en de arbeidsmarkt erg krap was. Maar die situatie kan in de toekomst verslechteren als de inflatie op korte termijn niet vertraagt.

Hoger dan verwachte inflatie

Een hardnekkig hoge inflatie kan de boel inderdaad verpesten. We zien dat ook in heel wat andere landen waar consumenten kieskeuriger worden. Sinds mei is de inflatie inderdaad opnieuw gestegen tot 3,3% in augustus. De kerninflatie deed het zelfs nog slechter en strandde in augustus op 3,7%. Hogere huurprijzen en hoge voedselprijzen verklaren die negatieve evolutie. Door die onverwachte ontwikkeling stelde het Centraal Planbureau zijn inflatieverwachtingen naar boven bij, tot 3,6% voor dit jaar en 3,2% voor volgend jaar.

Nog altijd positieve groeivooruitzichten

Niemand lijkt een ernstige verslechtering van de economische vooruitzichten te verwachten. Met een werkloosheidscijfer in juli van 3,5% en veel vacatures blijft de arbeidsmarkt immers gunstig. Uit diepgaand onderzoek van het Nederlands Centraal Bureau voor de Statistiek blijkt dat ongeveer de helft van alle werklozen nog een opleiding volgt en dat velen van hen op zoek zijn naar een deeltijdse baan. Het is dus geen verrassing dat meer dan een derde van de werkgevers een tekort aan arbeidskrachten aangeeft als de belangrijkste belemmering voor groei. Die mooie vooruitzichten voor de arbeidsmarkt verklaren zeker de gunstige indicatoren van het consumentenvertrouwen. In combinatie met de lage werkloosheidsgraad blijven die het beeld schetsen van een robuuste economie. Eén element verdient echter onze aandacht: de voorbije kwartalen was de jaarlijkse exportgroei bijna altijd negatief, wat de slechte internationale context weerspiegelt. De invoer van goederen en diensten daalde in het tweede kwartaal veel minder op jaarbasis. Daardoor nam het nog steeds overwegend positieve overschot op de handelsbalans scherp af (bijna 11 miljard euro in juli). De aanhoudend zwakke ontwikkeling van de export op jaarbasis is een reden tot bezorgdheid en moet nauwlettend in de gaten worden gehouden. Een mogelijke vermindering van de buitenlandse vraag naar Nederlandse goederen zou uiteindelijk kunnen leiden tot een afname van de binnenlandse economische bedrijvigheid.

Investeringen moeten omhoog

De industriële productie is in juli opnieuw gedaald. Daardoor zien we over het hele jaar dalende volumes. Die zwakke prestatie is wellicht te wijten aan de uitgestelde impact van de hogere energieprijzen. Maar ook, zoals veel bedrijven aangeven, aan het aanhoudende tekort aan arbeidskrachten. Als het land zijn sterke economische basis wil behouden, is het dus van cruciaal belang dat de investeringen voldoende hoog blijven om het tekort aan arbeidskrachten te compenseren. De hoge rente in 2023 heeft duidelijk ingebeukt op de bedrijfsinvesteringen. Een langdurige daling van die bedrijfsinvesteringen zou het moeilijker maken om die uitdagingen het hoofd te bieden en een rem kunnen zetten op de toekomstige groei.

Sterk herstel in de woningsector

Tot slot bleef de huizenmarkt zich herstellen met een snelheid die weinigen hadden verwacht. De prijzen, die in 2023 met meer dan 5% waren gedaald toen de ECB de monetaire voorwaarden aanscherpte om de inflatie te bestrijden, zijn sindsdien weer gestegen. In juli bedroeg de stijging op jaarbasis 10,7%, een van de sterkste herstelbewegingen ter wereld. Die sterke prijsstijging illustreert opnieuw het probleem van de hoge densiteit die de Nederlandse huizenmarkt altijd al heeft gekenmerkt.