- 31/3/2025
Handel was decennialang een van de motoren achter de globale groei. Met het isolationisme van de nieuwe Amerikaanse administratie verandert de te varen koers. Globalisering maakt daarom niet per se plaats voor deglobalisering. In het multiglobaliseringsmodel is er meer plaats voor regionale integratie en geeft goederenhandel de stok door aan moeilijker te belasten digitale diensten.
Chief Economist
De tijden van hyperglobalisering liggen al even achter ons. Van 2000 tot 2008 groeide de globale handel met bijna 6 procent per jaar. Sinds de Grote Financiële Crisis is die groei gehalveerd. De eerste ambtstermijn van Trump zorgde voor een nieuwe uppercut door een forse stijging van de importtarieven op tal van Chinese producten. Het aandeel van China in de Amerikaanse import viel fors terug. Maar Chinese producten werden sindsdien via een omweg de VS binnen gesluisd. Chinese bedrijven investeerden sinds 2019 enorm in fabrieken in onder meer Vietnam. Deze zetten de ingevoerde Chinese tussenproducten in elkaar en exporteerden vervolgens het afgewerkte product richting de VS.
Naast het omzeilen van de importtarieven is het een logische nieuwe stap in het Chinese groeiverhaal. De outsourcing richting China vanwege zijn goedkope arbeidskrachten heeft zijn limieten bereikt. Het land staat vandaag in voor 35% van de wereldwijde industriële productie, waardoor het belangrijker is dan de volgende 9 producerende grootmachten samen. Parallel met de toename van de technologische kennis en productiviteit tijdens de voorbije decennia, stegen de lonen. Vandaag outsourcet China op zijn beurt laaggeschoolde arbeid richting groeilanden met lagere arbeidskosten, net zoals de westerse landen dat eerder deden richting China.
Dit is een goede zaak voor die groeilanden. Zij kunnen zo het ontwikkelingspad van hun illustere voorganger volgen: groei via export. Landen die participeren in de complexe globale waardeketen, groeien sneller, importeren vaardigheden en technologie en creëren werkgelegenheid. “De grootste sprong voorwaarts geschiedt wanneer landen overgaan van het exporteren van grondstoffen naar de export van eenvoudige industriële goederen (kleding) op basis van geïmporteerde inputs (zoals textiel)”, stelt de Wereldbank. Dit is de weg die onder meer Thailand, Cambodja en Vietnam volgen. Vietnam verdubbelde zijn importaandeel richting de VS naar bijna 9 procent sinds 2018.
Trump dreigt vandaag importtarieven vanuit alle landen te verhogen. Omleiding van de Chinese export heeft dan niet langer veel zin. Reciprociteit – het nieuwe modewoord van de Amerikaanse administratie – impliceert ook dat groeilanden, met hogere importtarieven ter bescherming en ontwikkeling van de binnenlandse industrie en werkgelegenheid, proportioneel harder getroffen zullen worden dan andere landen. Met een stevig handelsoverschot tegenover de VS en een groot belang van die handel in de eigen economie, zijn de eerder genoemde groeilanden hiervoor zeer kwetsbaar. Globalisering riskeert zo plaats te maken voor deglobalisering. Ontwikkelingslanden kunnen zich dan niet langer ontwikkelen via de traditionele weg van meer globale handel. Daarmee dreigt Trump diezelfde groeilanden wel in het harnas te duwen.
Waar één deur sluit, openen er anderen. Waar globalisering stopt, biedt regionalisatie een alternatief. In de afgelopen vier decennia is de intraregionale handel in Azië met 43 procent gestegen. Trump dwingt deze landen nog meer dan vroeger die weg te bewandelen. Vandaag is meer dan de helft van de Aziatische handel regionaal, en dat zal alleen maar toenemen.
Dit moet ook deel uitmaken van het Europese antwoord op een toekomstige verhoging van de Amerikaanse importtarieven. Twintig procent van de handel richting niet-EU-landen gaat naar de VS. Maar 62% van de handel gebeurt tussen de lidstaten. Ondanks dit hoge percentage is het groeipotentieel hier groot. Vandaag zijn de barrières tussen de EU-lidstaten enorm, met 53% voor goederen en 110% voor diensten. Een reductie van die barrières tot 13% – het geldende niveau in de VS voor goederen – zou volgens het IMF zowel de intra-Europese handel als de eruit voortvloeiende productiviteit aanzienlijk opkrikken. Een betere grensinfrastructuur (in het geval van goederenhandel), minder beperkingen op overheidsopdrachten en een betere harmonisering van regels zijn drie te volgen pistes.
Een belangrijke tweede tak in dit multiglobaliseringsmodel is een relatieve toename van de handel in digitale diensten, ter compensatie van de tragere goederenhandel. Het aandeel van ‘andere commerciële diensten’ – alle diensten buiten transport en reizen – verdubbelde de voorbije 3 decennia. Vooral de zogenaamde ‘intermediaire diensten’, diensten die geleverd worden tussen twee of meerdere partijen zoals financiële accounting, IT-diensten, consulting enzovoort kunnen de globalisering aanvuren, stelt Richard Baldwin, professor Internationale Economie aan de IMD Business School in het Zwitserse Lausanne.
Doorgedreven digitalisering – denk aan tele-aanwezigheid en universele taalmachines – vergemakkelijkt het aanbod van digitale diensten. Importtarieven heffen op intermediaire diensten is nagenoeg onmogelijk. De vraag naar deze diensten is groot binnen de ontwikkelde landen, want intermediaire diensten zijn nodig in zowel de productie van goederen als diensten. Ook daar moeten administratieve taken en andere diensten geleverd worden. Tegelijkertijd is er in de opkomende landen een groot aanbod van geschoolde mensen – al dan niet aangevuld met Gen AI – die deze diensten – digitaal – kunnen leveren tegen een fractie van de prijs in de ontwikkelde landen.
Het uitroepen van de dood van de globalisering is dan ook prematuur. Met de VS die zich ontpoppen tot onbetrouwbare bondgenoot, zullen landen meer kiezen voor regionale handelspartners. Bijkomend voordeel is dat dit de aanvoerketen minder complex en risicovol maakt. De vertraging van de aan hogere tarieven belaste goederenhandel zal bovendien gecompenseerd worden door de toename van de uitbesteding van intermediaire digitale diensten. Globalisering vervelt tot multiglobalisering en helpt vele landen en regio’s het juk van de Amerikaanse afhankelijkheid af te schudden. Dat de VS op termijn als winnaar uit deze evolutie komen, is twijfelachtig.
De opinies in deze blog zijn die van de auteurs en geven niet noodzakelijk het standpunt van BNP Paribas Fortis weer.