SPAREN EN BELEGGEN

Beleidsregels

Inhoud

MiFID

Top 5 plaatsen van uitvoering/financiële tussenpersonen en kwaliteit van de orderuitvoering

Informatie met betrekking tot de 5 belangrijkste plaatsen van uitvoering/financiële tussenpersonen en de kwaliteit van de orderuitvoering: 

Jaar 2023/Activiteit 2022

Jaar 2022/Activiteit 2021

Laatste update: 16/05/2023

Informatieverschaffing over duurzaamheid in de financiëledienstensector (SFDR-richtlijn)

Duurzaamheidsinformatie op entiteitsniveau (BNP Paribas Fortis)

Integratie van duurzaamheidsrisico’s in beleggingsbeslissingen en in beleggings- of verzekeringsadvies

BNP Paribas Fortis houdt rekening met de duurzaamheidsrisico’s zowel in het kader van vermogensbeheer (in zijn hoedanigheid van financiëlemarktdeelnemer) als bij het verstrekken van advies over beleggingen en financiële verzekeringen (in zijn hoedanigheid van financieel adviseur). Voor verdere informatie verwijzen we naar de informatiebrochure ‘Financiële instrumenten’ en onze verklaring over de integratie van duurzaamheidsrisico’s in het beleggingsbeslissingsproces en bij het verstrekken van beleggings- of verzekeringsadvies.

Integratie van duurzaamheidsrisico’s in het bezoldigingsbeleid van de Bank

Het bezoldigingsbeleid van de Bank houdt rekening met de integratie van duurzaamheidsrisico’s in zijn strategie en interne verloningsprincipes.

Transparantie over ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren

BNP Paribas Fortis houdt in zijn beleid rekening met de belangrijkste ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren, zowel in beleggingsbeslissingen als in beleggings- of verzekeringsadvies

  • Verklaring inzake de belangrijkste ongunstige effecten van beleggingsbeslissingen op duurzaamheidsfactoren
    Beschikbaar op 30 juni 2023
    Deze verklaring is gebaseerd op het referentiejaar 2022 en het toen geldende beleid met betrekking tot ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren.

Sinds 1 januari 2023 houdt de Bank via onderstaande beleidslijnen rekening met de belangrijkste ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren:

Duurzaamheidsinformatie op productniveau

Hieronder vindt u de specifieke productinformatie die BNP Paribas Fortis als financiëlemarktdeelnemer moet verschaffen onder de bepalingen van de SFDR-verordening. Momenteel is dit enkel van toepassing op het mandaat ‘Funds Socially Responsible Investments’, een artikel 8-product onder SFDR.

Discretionair beheer - het mandaat “Funds Socially Responsible Investments” (hierna ‘het financiële product’ genoemd) 

a) Samenvatting

Het mandaat ‘Funds Socially Responsible Investments’ promoot ecologische en sociale kenmerken, zonder een duurzame beleggingsdoelstelling na te streven en is hierdoor een artikel 8-product binnen SFDR. Het verbindt zich ertoe om minstens 40% van de activa te investeren in duurzame beleggingen zoals gedefinieerd in de SFDR-verordening.

Daarnaast moeten de onderliggende fondsen zelf artikel 8 (promoten van ecologische en sociale kenmerken) of artikel 9 (duurzame beleggingen tot doel hebben) zijn, zoals gedefinieerd onder SFDR.

Ten slotte wordt minimaal 75% van het vermogen geïnvesteerd in fondsen die het ‘Towards Sustainability’-label hebben behaald of zich ertoe verbinden om het binnen de zes maanden na aankoopdatum te behalen.

Doorheen het volledige beleggingsproces wordt met de bovenstaande drie duurzaamheidsindicatoren rekening gehouden.

Hiervoor maken we gebruik van de data over duurzaamheidskenmerken, die de beheersmaatschappijen van de onderliggende fondsen publiceren. Onze dataleverancier is Six Financials, die ons informatie aanlevert en die wij dan integreren in onze interne datasystemen.

Het financiële product houdt rekening met de belangrijkste ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren, en meer specifiek met:

  • de blootstelling aan ondernemingen actief in de sector fossiele brandstoffen;
  • de schending van de beginselen van het VN Global Compact of van de richtsnoeren voor multinationale ondernemingen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO);
  • de blootstelling aan controversiële wapens.

Aangezien dit financiële product uitsluitend via fondsen belegt, baseren we ons op de ESG-methodologieën en het uitsluitingsbeleid van interne en externe beheersmaatschappijen.

Het kan gebeuren dat dit financiële product liquiditeiten (of met liquiditeiten gelijkgestelde producten) en/of derivaten aanhoudt. Deze dragen echter niet bij tot de realisatie van de ecologische en sociale kenmerken ervan.

b) Geen duurzame beleggingsdoelstelling

Dit financiële product promoot ecologische en/of sociale kenmerken, maar heeft geen duurzame beleggingsdoelstelling. Het verbindt er zich wel toe om minstens 40% van het vermogen in duurzame beleggingen zoals gedefinieerd onder SFDR te investeren.

Tijdens het volledige beleggingsproces verzekeren we ons ervan dat het financiële product rekening houdt met de voornaamste negatieve indicatoren die van belang zijn in de beleggingsstrategie.

Minimum 75% van het geïnvesteerde vermogen moet het ‘Towards Sustainability’-label voor duurzame financiële producten hebben behaald of zich ertoe verbinden om het binnen de zes maanden na de aankoopdatum te behalen. Om dit label te verwerven wordt onder meer nagegaan of de betrokken fondsen niet beleggen in bedrijven of overheden die betrokken zijn bij activiteiten en praktijken die in het algemeen als zeer schadelijk worden beschouwd.

Daartoe dient de beheerder elke belegging door te lichten op haar mogelijke positieve of negatieve invloed op duurzaamheidskwesties zoals ecologie, samenleving en goed bestuur (ESG). Bovendien moet het mogelijke effect van duurzaamheidsgebeurtenissen zoals klimaatverandering, sociale onrust of juridische controverses op het rendement van de beleggingen worden geanalyseerd. Volgens de bepalingen van het label mogen de fondsen niet investeren in wapens, tabak, steenkool, niet-conventionele olie en gas, achterblijvende olie en gas- en elektriciteitsmaatschappijen.

Ook mogen ze niet beleggen in bedrijven die internationale normen en standaarden schenden, zoals het Global Compact van de VN, de VN-Richtlijnen voor Ondernemingen en Mensenrechten, de OESO-richtsnoeren voor Multinationale Ondernemingen, en de IAO Conventies.

Voor fondsen die het label niet hebben, wordt een aantal minimumnormen gesteld over transparantie op het vlak van de gepromote ecologische en sociale kenmerken en de duurzaamheidsdoelstellingen.

c) Ecologische of sociale kenmerken van het financiële product

Het financiële product promoot ecologische en/of sociale kenmerken door in de onderliggende beleggingen bijzondere aandacht te schenken aan criteria op het gebied van ecologie, samenleving en goed bestuur (ESG). De ESG-prestatie van een uitgever wordt geëvalueerd aan de hand van een combinatie van factoren zoals onder andere:

  • op milieuvlak: de klimaatopwarming en de strijd tegen de uitstoot van broeikasgassen, energie-efficiëntie, economisch beheer van natuurlijke bronnen, het niveau van CO2 -uitstoot;
  • op sociaal vlak: het beheer van werkgelegenheid en herstructureringen, arbeidsongevallen, het beleid rond opleidingen, verloning, het niveau van personeelsverloop;
  • met betrekking tot het bestuur van de onderneming: de onafhankelijkheid van de raad van bestuur.

d) Beleggingsstrategie

Minstens 40% van de activa binnen het financiële product wordt geïnvesteerd in duurzame beleggingen met een ecologische en/of sociale doelstelling zoals gedefinieerd in artikel 2 (17) van de SFDR-verordening.

Minstens 75% van het geïnvesteerde vermogen moet ook het ‘Towards Sustainability’-label hebben behaald of zich ertoe verbinden om het binnen de zes maanden na de aankoopdatum te behalen. Deze fondsen voldoen aan de door het label gestelde voorwaarden om schade aan de gestelde ecologische of sociale kenmerken te voorkomen en tegelijkertijd een positieve bijdrage te leveren tot het milieu en de gestelde sociale doelstellingen.

Tenslotte moeten alle onderliggende fondsen (exclusief money market fondsen) minstens ecologische en/of sociale kenmerken promoten, zoals door de Europese SFDR-verordening bepaald is, en hierover transparant communiceren. Bij voorkeur bestaan zij ook geheel of gedeeltelijk uit beleggingen die een duurzame (ecologische of sociale) doelstelling hebben.

Om de praktijken op het gebied van goed bestuur van de ondernemingen waarin is belegd te beoordelen, baseren wij ons op de methodologieën en praktijken van de interne en externe beheerders van de fondsen waaruit het financiële product is opgebouwd.

e) Aandeel beleggingen

Het financiële product investeert voor minimaal 40% in duurzame beleggingen.

De andere investeringen moeten minstens ecologische en sociale kenmerken promoten.

Binnen het financiële product kunnen derivaten worden gebruikt om de portefeuille efficiënt te beheren en als afdekking. Deze instrumenten worden niet gebruikt om de door het financiële product gepromote ecologische en sociale kenmerken te realiseren.

Daarnaast kunnen ook liquiditeiten worden aangehouden, of kan er in met liquiditeiten gelijkgestelde instrumenten worden belegd.

Het financiële product belegt enkel in fondsen en heeft bijgevolg geen directe blootstelling aan de entiteiten waarin is belegd.

f) Monitoring ecologische of sociale kenmerken

Het behalen van de doelstellingen wordt op verschillende tijdstippen gecontroleerd aan de hand van duurzaamheidsindicatoren, en dit zowel op instrumentniveau als op niveau van het financiële product zelf.

Tijdens het productselectieproces:

  • Voor alle financiële instrumenten die potentieel in aanmerking komen om in het financiële product te worden opgenomen, gebeurt voorafgaandelijk een screening op de verschillende duurzaamheidsindicatoren door een team van interne specialisten.
  • Op basis van deze screening zal het LIC (Local Investment Committee – Lokaal Investeringscomité) de beslissing over de effectieve samenstelling of wijziging van de portefeuille nemen.  Er worden enkel instrumenten geselecteerd die in lijn zijn met de duurzaamheidsindicatoren gelinkt aan dit financiële product:
    • het totale percentage aan duurzame investeringen moet altijd minstens 40% bedragen;
    • alle fondsen binnen het financiële product moeten artikel 8 of artikel 9 zijn, zoals vastgelegd in de SFDR-verordening;
    • het financiële product investeert voor minimaal 75% van de activa in fondsen met het ‘Towards Sustainability’-label.
  • Bij iedere beslissing door het Lokaal Investeringscomité met impact op het financiële product, worden de te behalen doelstellingen aan de hand van de duurzaamheidsindicatoren herrekend. Indien een beslissing als resultaat zou hebben dat de duurzaamheidsindicatoren niet meer worden gerespecteerd, dan zal deze opnieuw worden geëvalueerd.

Op permanente basis

  • Het financiële product wordt op maandelijkse basis aan een controle onderworpen. Hierbij wordt ook rekening gehouden met de duurzaamheidsindicatoren die worden gebruikt en aan de hand waarvan wordt gecontroleerd of de ecologische en sociale kenmerken wel degelijk worden gerealiseerd.
  • Het resultaat van deze controles wordt overgemaakt aan de leden van het Lokale Investeringscomité. Indien nodig zal de samenstelling van het financiële product op basis van deze controles worden bijgestuurd.

g) Methodologieën voor ecologische of sociale kenmerken

  • Omdat dit financiële product uitsluitend in fondsen belegt, baseren wij ons op de ESG-methodologieën en het uitsluitingsbeleid van de beheersmaatschappijen:
    • BNP Paribas Asset Management voor de interne fondsen;
    • andere beheersmaatschappijen voor externe fondsen.
  • Om te meten of het financiële product minstens 40% van de activa investeert in duurzame beleggingen zoals gedefinieerd in de SFDR-verordening, gebruiken we de duurzaamheidsinformatie van de onderliggende fondsen waaruit het financiële product is opgebouwd, zoals vermeld in het EET-bestand (zie ook punt h) ‘Databronnen en -verwerking’ hieronder). Op basis van de informatie voor elk onderliggend fonds wordt berekend of het minimale percentage aan duurzame beleggingen wordt gerespecteerd.
  • Daarnaast wordt het EET-bestand ook gebruikt om na te gaan of de onderliggende fondsen artikel 8 of artikel 9 zijn, zoals vastgelegd in de SFDR-verordening.
  • Om te meten of minstens 75% van het belegd vermogen in fondsen met het ‘Towards Sustainability’-label is geïnvesteerd, wordt voor elk onderliggend fonds nagegaan of het in het bezit is van het label. De som van de activa belegd in deze fondsen moet dan minstens gelijk zijn aan 75% van de totale belegde activa.

h) Databronnen en -verwerking

Dit financiële product belegt uitsluitend in fondsen. De duurzaamheidsinformatie met betrekking tot de onderliggende fondsen krijgen we aangeleverd via onze dataleverancier Six Financials. Die baseert zich op zijn beurt op de informatie die door de fondsenbeheerders wordt aangeleverd. Sinds augustus 2022 gebruiken deze een gestandaardiseerde template (het EET-bestand, waarbij EET staat voor ‘Europese ESG Template’) om alle duurzaamheidskenmerken en -data van het product beschikbaar te stellen. Zo’n bestand geeft onder andere weer of het fonds ecologisch duurzame beleggingen in lijn met de Taxonomie-verordening heeft, of er een percentage aan duurzame beleggingen zoals gedefinieerd in artikel 2 (17) van de SFDR-verordening wordt nagestreefd en welke ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren er door het fonds in aanmerking worden genomen.

De gegevens over de duurzaamheidskenmerken van de onderliggende fondsen worden geïntegreerd in de datasystemen van BNP Paribas Fortis en ter beschikking gesteld van de relevante afdelingen.

De informatie wordt op wekelijkse basis aangeleverd. Als er wijzigingen worden vastgesteld aan de duurzaamheidskenmerken van een fonds, dan worden deze doorgevoerd en bijgewerkt in de interne datasystemen.

Het bestand van de dataleverancier ondergaat enkele technische consistentiecontroles voor het wordt ingelezen.

Daarnaast zijn er interne controles, vooral op het vlak van ontbrekende gegevens. Deze controles zullen verder worden uitgebreid, naarmate er meer duurzaamheidsgegevens beschikbaar worden.

i) Methodologische en databeperkingen

Niet van toepassing voor dit product.

j) Due diligence

Wij baseren ons op het due diligence-beleid van de beheersmaatschappijen die instaan voor de onderliggende fondsen waaruit het financiële product is opgebouwd.

k) Engagementbeleid

Wij baseren ons op het engagementsbeleid van de beheersmaatschappijen die instaan voor de onderliggende fondsen waaruit het financiële product is opgebouwd.

l) Aangewezen referentiebenchmark

Er wordt geen referentiebenchmark gebruikt voor de ecologische en sociale kenmerken die door het financiële product worden gepromoot.

Het delen van uw scherm Easy Banking Web
Als u op dit moment telefonisch of via chat contact heeft met een Easy Banking adviseur, kunt u beginnen met het delen van uw scherm Easy Banking Web.
Het delen van het sessienummer
Om het delen van uw scherm Easy Banking Web te activeren, kunt u het onderstaande sessienummer doorgeven aan de Easy Banking adviseur met wie u contact heeft.

Sessienummer: